Aleida Leurink werd op 24 september 1682 geboren in Enschede, waar haar vader burgemeester was. Ze trouwde in 1698 met de 28-jarige Henricus Keller, die op 19 juni 1697 bevestigd was als predikant van Losser.
Aleida is de Grootmoeder van Aleida Keller die gehuwd was met Arnoldus van Riemsdijk (geb.20-12-1722 te Gramsbergen en Predikant te Lage).

"Twee in lood gevatte ruitjes met de wapens der families Keller en Leurink" Waarschijnlijk een geschenk bij hun huwelijk 9-3-1698 of ter gelegenheid daarvan door henzelf laten maken.  Bron: Boek "Uit het land van katoen en heide"  Met dank aan Henk Wim van Dorssen Collectiebeheer / Collection Management TwentseWelle Het Rozendaal 11 7523 XG Enschede Voor het beschikbaar stellen van deze foto.  En Aukje Krommendijk conservator cultuur-historie / curator of cultural history

"Twee in lood gevatte ruitjes met de wapens der families Keller en Leurink" Waarschijnlijk een geschenk bij hun huwelijk 9-3-1698 of ter gelegenheid daarvan door henzelf laten maken. Bron tekst: Boek "Uit het land van katoen en heide"

 

 

Aleida heeft gedurende 57 jaren een dagboek bijgehouden. De aantekeningen in het dagboek beginnen op 9 maart 1698, de trouwdag van Aleida Leurink en Henricus Keller, toen ze haar intrede deed in de pastorie van Losser. Ze was toen nog maar 15 jaar oud.

Aleida Leurink en ds. Hendricus Keller Pastorie te Losser – Ongeveer 1900

 


Het kindvrouwtje dat van het burgemeestershuis in Enschede verhuisde naar de pastorie van Losser, had het als domineesvrouw waarschijnlijk minder druk dan sommige van haar opvolgsters in latere eeuwen. Tot werk in de gemeente ter ondersteuning van haar echtgenoot werd Aleida niet geroepen. In die tijd telde Losser goed tweehonderd hervormden. De gemeente was dus te overzien. Tot haar taak behoorde wel het besturen van de huishouding en dat was geen eenvoudige taak. Een predikant genoot slechts een matig inkomen in geld en daarom had de vrouw van de dominee ook een agrarische nevenfunctie. De koe van de pastorie moest gemolken worden en er werd ondermeer rogge en vlas verbouwd.
 
De weerslag van dit alles is terug te vinden in het dagboek van Aleida Leurink.

Tot en met het jaar 1722 geeft zij voor elk jaar slechts een korter of langer overzicht, maar in 1723 worden de berichten uitgebreider en van dag tot dag gegeven.

De weersgesteldheid interesseerde haar kennelijk bovenmatig. Ze vermeldt van elke dag tot in bijzonderheden hoe het weer is geweest. In 1749 heeft ze waarschijnlijk een thermometer en een barometer aangeschaft want vanaf die tijd noteert ze de standen daarvan.

 

 

Verder maakt ze aantekening van allerlei bijzonderheden over de prijs van landbouwgewassen, vooral over de rogge. Er is in het boek zelfs een lijst met de prijzen van de rogge van 1698 tot 1752.

Naast deze ‘statistische’ gegevens worden allerlei gebeurtenissen in Losser, Oldenzaal, Enschede en omgeving, maar ook uit andere plaatsen in ons land vermeld.
 
Aleida trachtte daarover van iedereen wat te weten te komen. Kreeg ze familiebezoek dan moest de voerman die de gasten bracht, haar alles vertellen over de plaats waar hij vandaan kwam. Vooral de classisbode uit Deventer die regelmatig boodschappen en brieven aan het kerkbestuur van Losser moest brengen, was een welkome gast en bron van informatie die trouw in het dagboek werd opgetekend.
 
Het dagboek van Aleida Leurink is in particulier bezit maar is in het begin van de 20-ste eeuw voor een breed publiek toegankelijk gemaakt door J.J. van Deinse die er over ging schrijven in het Twentsch Dagblad Tubantia. In 1922 werden deze krantenartikelen samen met vele andere van deze schrijver, gebundeld in een boek: 'Het land van katoen en heide'.
 
“Het lezen van het dagboek van Aleida Leurink doet ons een blik slaan in het ouderwetsche, werkzame, gemoedelijke en degelijke leven op een dorpje in de achttiende eeuw. Daardoor heeft het mij eenige genoeglijke winteravonden bezorgd, te meer nog, omdat alles handelt over een leven in een bekend dorp en een bekende streek en ook, omdat men vele medegedeelde feiten kan vastknoopen aan de geschiedenis in ´t algemeen en die van Twente.”, zo besluit Van Deinse zijn publicatie over het dagboek in 'Het land van katoen en heide'. 

Losser houdt de naam van Aleida Leurink in ere doordat de hervormde gemeente de naast de kerk staande woning, die na de restauratie van 1955 als kerkenraadkamer en jeugdgebouw in gebruik is, de naam ‘Aleida Leurinkhuis’ heeft gegeven.


Aleida Leurinkhuis tegenwoordig Ongeveer 2000 Losser

Aleida Leurinkhuis tegenwoordig Ongeveer 2000 Losser

Aleida Leurinkhuis te Losser – Ongeveer 1900


Bron: G.W.Th. van Slageren (Historische Kring Losser)
 

Geboren: 24-9-1682 Enschede

Overleden: circa 1755 Losser

Vader: Jan Leurink, burgemeester te Enschede

Moeder: Herberdina Stroink

Echtgeno(o)t(e): Henricus Keller (1669 -1750)

Publicaties: Het dagboek van Aleida Leurink (handschrift in particulier bezit).
 

Over Aleida Leurink:

J.J. van Deinse. Uit het land van katoen en heide. Enschede, 1922.
G.W.Th. van Slageren. 400 jaar Hervormden in Losser. Losser, 1998.