In het archief van de Arrondissementsrechtbank te Deventer, toegang 107, vinden we in inventarisnummer 22, akte 938 deze veroordeling:

 

De behandeling der correctionele procedure tegen Jacobus van Riemsdijk, oud 51 jaar, zaakwaarnemer, geboren en woonachtig te Hardenberg, beklaagde, niet verschijnende. Getuige Johannes Cornelis Weenink, oud 60 jaar, deurwaarder te Ommen. Dat hij getuige op den 4den september ll. des morgens voorzien van zijne aanstelling was gegaan naar het huis van den beklaagde met verzoek om dat huis behoorende aan eene schipper Baarslag dadelijk te verlaten. Dat na voorlezing der akte van ontruiming en terwijl hij getuige wilde overgaan om het ..... de beklaagde zich daartijds met geweld had ...., zeggende wat er ook gebeurd, ik verlaat het huis niet. Dat de beklaagde hem had gedreigd met een sabel te mishandelen en desselfs zoon het pistool tegen hem voorgehouden. Dat hij getuige daarop de vlugt had genomen. Dat hij was geadsisteerd geweest met Gerrit Jan van Wijk en Johannes Volkers als benoemde getuigen, benevens vergezeld van den politiebediende Cornelis van Reenen uit den Hardenberg.

 

Bij uitspraak van de eerste februari 1848 werd Jacobus van Riemsdijk schuldig verklaard en veroordeeld tot een gevangenisstraf van acht maanden en tot betaling der proceskosten. In het vonnis wordt verwezen naar de uitspraak van de kantonrechter te Ommen waarbij was bepaald dat Van Riemsdijk uit diens gehuurde woning diende te worden gezet.